annemarie boorsma

Zie de mens deel II uitgebreidere informatie

Belcampo heeft eens gezegd: “Je wordt geboren, je leeft een tijdje, je begrijpt er geen bliksem van en je gaat dood.”

In deze cursus kunstgeschiedenis staat in 12 lessen de mens centraal. De cursus gaat dus over geboorte en dood, maar vooral ook over wat er tussentijds allemaal gebeurt. Bijbelse en mythologische verhalen hebben kunstenaars eeuwen lang geïnspireerd. Zij geven verklaringen voor zaken die Belcampo, en vele met hem, zo onbegrijpelijk vinden. Zaken die gaan over liefde en haat, vreugde en verdriet, gezondheid en ziekte, waarheid en leugen. Het is opvallend dat vanaf het midden van de 19de eeuw personages uit die verhalen steeds minder goddelijke en verheven trekken krijgen in de kunsten. Ze worden menselijker en persoonlijker. Het heeft te maken met maatschappelijke verschijnselen, zoals de opkomst van arbeidersbewegingen, vrouwenemancipatie, psychologie en levensbeschouwingen die zich gaan richten op niet-westerse religies. De abstracte kunstenaars aan het begin van de twintigste eeuw moesten niets hebben van al die verhalende kunst. Toch is het afbeelden van de mens nooit weggeweest in de moderne kunst. Al zal de kunstenaar steeds vaker gaan kiezen voor de actualiteit en het eigen privéverhaal. Het is bijzonder om aan de hand van de kunsten te zien hoe in een eeuw maatschappelijke veranderingen plaatsvinden als het gaat om zaken als ouderschap, familie, werk en ontspanning, oorlog en vrede en het schoonheidsideaal.

In de cursus zal voornamelijk over schilderkunst gesproken worden. Af en toe komt ook de beeldhouwkunst aan bod en ook fotografie en film-en videokunst.

De surrealisten, zoals Salvador Dali, waren zeer geïnteresseerd in de psychoanalyse van Sigmund Freud. Zij schilderden hun dromen, visioenen en frustraties. Zij vierden het vrije fantasievolle leven en voelden grote weerzin tegen alles wat maar neigden naar conservatisme en burgerdom. De kunst van totalitaire regimes, zoals het nazisme, stond daar lijnrecht tegenover. De kunst is naturalistisch en het gezinsleven met veel kinderen wordt verheerlijkt. Na de tweede wereldoorlog is er een opleving van het expressionisme in extreme vorm. Karel Appel liet zich door kindertekeningen inspireren en Willem de Kooning schilderde afstotelijke vrouwen met grote tanden. De popart beweging van de jaren zestig, waartoe de Amerikaanse kunstenaars Andy Warhol en Roy Lichtenstein behoorden, neemt de consumptiemaatschappij op de hak. In de jaren daarna lijken kunstenaars rijkelijk te putten uit voorgaande kunststromingen en wordt de barrière tussen de verschillende kunstvormen geslecht. De performance wordt populair, een mengeling van theater en beeldende kunst. Marina Abramović is een van de meest bijzondere vertegenwoordigers van deze kunstvorm.

Er worden in de cursus veel kunstenaars besproken. Vooral veel aandacht zal worden besteed aan:

Ferdinand Hodler, Emile Nolde, Ernst Ludwig Kirchner, James Ensor, Frans Masereel, Helene Schjerfbeck, George Grosz, Christian Schad, Salvador Dali, Pyke Koch, Johfra, Arno Breker, Andy Warhol, Stanley Spencer, Maria Lassnig, Lucian Freud, Chuck Close, Herman Gordijn, Marian Abramovic, Marlene Dumas, Berlinde De Bruyckere, Keith Haring, Banksy, Pat Andrea, Frida Kahlo en Paula Rego.

Over Nolde, Kirchner, Andrea, Kahlo en Rego zijn exposities te zien in Nederland tijdens de cursusperiode, daarom wordt aan deze kunstenaars extra veel aandacht besteed.

Waar en wanneer wordt de cursus gegeven? Klik op bovenstaande afbeelding voor meer informatie.
Voor praktische cursusinformatie, klik op bovenstaande afbeelding
Voor meer informatie over de cursuslocaties, klik op bovenstaande afbeelding